jeroen-Scheerder-cover
Author picture

Jeroen – Monstertijdrit Almere

Wind, wattages en wilskracht: een relaas van 133 kilometer hardrijden

Jeroen Scheerder

Er is de Hel van het Noorden voor de profwielrenners. Die is vernoemd naar de ravage aangericht door WOI in Noord-Frankrijk. Alsof de kasseistroken waarop Parijs-Roubaix verreden wordt ook niet iets verwoestend hebben. Er is de Hel van Kasterlee voor duatleten van de lange adem. Die wordt als de zwaarste duatlon ter wereld geëtiketteerd. En er is de Monstertijdrit voor hardrijders. De Zeewoldse polders in Zuidelijk Flevoland vormen het decor bij uitstek voor deze heroïsche individuele tijdrit van 133 kilometer. Is het niet wat surreëel dat iets meer dan een halve eeuw geleden dit intussen drooggelegd gebied nog deel uitmaakte van een groot open water, met name de Zuiderzee thans het IJsselmeer? Maar dat is het tijdritevenement dat hier plaats vindt wellicht ook. Onwezenlijk en tegelijkertijd (aan)doenlijk. Ondenkbaar maar realiseerbaar. Benodigde ingrediënten: (tegen)wind, wattages en wilskracht. Geen sprake van een Monstertijdrit als een van deze elementen ontbreekt. Een even eenvoudig als weerzinwekkend concept, zoals de webpagina van dit event het verwoordt.

Op de laatste zondag van september is het poldergebied tussen Almere en Zeewolde traditiegetrouw de plek van afspraak voor de tijdrijders van het langere werk. Zo ook op 29 september 2024. Het zal je elfde deelname worden aan het Monster. Bij aankomst bricoleren de deelnemers hun tweewielige tijdritmachine in elkaar voor een strijd tegen wind en zichzelf. Van medestrijders is nauwelijks een spoor in dit ogenschijnlijk desolate landschap. Isotone drank en energiegelletjes worden in vooraf consciëntieus becijferde hoeveelheden op fiets en rug aangebracht. Dit routineus optuigen loopt vervolgens over in een niet-dagdagelijks aankleedritueel. Het zich opdirken met aerosuit en overschoentjes vergt meerdere minutieuze minuten. Een eeuwigheid in jouw perceptie. Een fractie van de tijd die je zo dadelijk aan de ultratijdrit zal besteden. Die stukjes lycra zijn immers een second skin die rimpelloos met het eigen lichaam moet fitten. Het geheel van dit procedé wordt afgerond met het meticuleus installeren van tijdrithelm annex vizier. Tijdrijden is een stiel apart, zo ook de nutritionele en vestimentaire voorbereiding. Aldus opgetut lijkt deze jongen klaar voor het ernstige traplabeur. Nog twee tijdritcollega’s voor jou. Met anderhalve minuut als interval tussen de starters zijn er nog drie minuten af te tellen tot jouw vertrek. Er is geen startpodium noch wordt er vanuit stilstand aangegaan. Een vliegende start dus.

In tegenstelling tot de fysieke én mentale krachtmeting die jij hier gaat leveren, kan de organisatie van de Monstertijdrit als ‘vederlicht’ worden omschreven. Het management is in handen van twee ervaren tijdrijders en een handvol vrijwilligers. Hun hoofdtaken tijdens de race: respectievelijk het afroepen van je naam vijf minuten voor vertrek en op een aantal cruciale kruispunten de te volgen rijrichting voor je aangeven. Lijkt behapbaar. Voor de kilometervreters van dienst is het dus een kwestie van zich op het juiste moment op het juiste pad te bevinden. Laatkomers verliezen startrecht, verkeerd-rijders tijd. Dat is onderdeel van de heldhaftige queeste die hier te gebeuren staat. Het parcours is niet verkeersvrij en aan kruisende wegen dient de voorrangsregel te worden gerespecteerd. Bovendien willen lokale boeren op deze wedstrijddag al eens met hun mestkar ook het wegdek begieren. De volkswijsheid ‘Een zondagssteek houdt geen week’, houdt hier geen steek. Landbewerkers versus landberijders, akkerploegeraars tegenover pedaalploeteraars: het lijken twee incompatibele werelden die enkel het landschap dat ze gebruiken gemeenschappelijk hebben.

Verwacht ook geen toeschouwers, geen mensen langs de kant die je weifelend nakijken. Je karbonnen ros, een niet-aflatende zuiderwind van circa drie tot vier Beaufort en het haast oneindige polderlandschap dat vandaag als tijdritarena fungeert zijn je trouwe metgezellen. Daarmee zal je het gedurende meer dan drie uren moeten stellen. Hier geen ‘niet-wielrenners’ waarvan de leegheid van hun levens doet schokken, zoals Tim Krabbé’s eerste zinnen van zijn wielerklassieker uit 1978 luiden. Neen, leegheid is hier getransformeerd tot weidsheid – het uitgestrekte vergezicht dat jij met je vege lijf langdurig moet bestrijden. Al zal je je tijdens deze fietsexcursie meermaals afvragen wie hier overwint. Jij of juist dat landschap? In die weelde van weiden en wind stel jij je alvast best nederig op. Doseren luidt het leitmotiv. Spaarzaam omgaan met energie. En ook negatieve lichaamssignalen tijdig detecteren. Het zoeken van een balans tussen jouw fietscadans en de dans van de wind. Tegen de tijd rijden houdt je intussen meer dan een derde van je leven bezig. Je hebt in die periode geleerd jouw eindigheid een plaats te geven in de onbegrensdheid van de natuur waarin het fietsavontuur zich afspeelt.

De Monstertijdrit mag als een tijdritkampioenschap long distance van de Lage Landen bestempeld worden. De deelnemers zijn doorgaans goed getrainde subtoppers die niet op de loonlijst van een profteam staan, maar het als waterdrager in het peloton wellicht niet slecht zouden doen. Voor hen is uithoudingsfietsen niet louter een sport, maar een lijf- én leefstijl. Tijdjagers als ze zijn jagen zij langdurig snelheid na. Of correcter geformuleerd: zij willen een zo hoog mogelijke kracht over een bepaalde afstand per eenheid van tijd kunnen aanhouden. Kracht, arbeid, vermogen … fysici grossieren bij het bedrijven van hun vakgebied in natuurkundige termen die hun abstractheid evenwel verliezen eens je op de tijdritfiets zit. Hier gelden de harde wetten van afstand en weerstand, van weerbaarheid en vermoeidheid. De essentie van je fietsdoel is een sub-maximaal wattage ontwikkelen dat gedurende je inspanning een zo laag mogelijk verval kent. Tijdrijden is een mathematische oefening. Al wordt tijdens de rit vlug duidelijk dat het meer is dan meten en weten over zweten.

Want of jij dit nu wil of niet, met de fysieke uitputtingsslag die je najaagt komt met elk uur dat passeert ook steeds meer de stem in jou op die je gek verklaart. Het besef dat je jezelf wijsmaakt dat je dit leuk vindt. De frequentie van de momenten in de race waarop bijzondere gewaarwordingen tot je doordringen neemt toe. Misschien zal je die pijnsensaties en quasi-hallucinaties wat kunnen uitstellen, maar een poging tot vermijden zal vlug vruchteloos blijken. Daar ontsnap je niet aan. De hardheid van de omgeving zet zich ook in je hoofd. Maar je ziet een schijnbare uitweg: volharden. Don’t let your mind trick you. Je speelt het spel met het Monster mee. Je normaliseert wat normaliter buiten je comfortzone ligt. Je bent nog net geen machine. Je zoekt een grens die best wegblijft. Je laat het monotone irrationele jouw meetbare en controleerbare ik niet overstijgen. Merkwaardig toch dat onze soort deze vorm van exces opzoekt. De compensatie voor een anders te voorspelbaar bestaan?

Na vier ronden van ruim 33 kilometer is er de denkbeeldige finishlijn. Ze staat niet op de grond gemarkeerd maar is er wel. Daarachter ligt een andere wereld. Die van gelukzaligheid. Want je weet: dit is waar je voor gekomen bent. Je puurt haast immense voldoening uit het voleindigen van deze eigentijdse en eigenwijze fietsbedevaart. Uit dankbaarheid aai je je tweewieler als was het een trouwe viervoeter en je knikt naar de eveneens gefinishte voorganger van wie je lange tijd meende een glimp van het achterwiel te hebben opgevangen. Verbeeldingen verworden achter de aankomststreep tot nieuwe waarheid. De onwaarschijnlijke fietsmarathon zit erop. De cijferaar in jou staat evenwel niet stil en noteert: 132,8 kilometer afgelegd in 192 minuten. Dat levert een gemiddelde snelheid op van 41,5 kilometer per uur met een normalized power van 298. Je glundert want dit is een nieuwe PR. Afgelegde afstand, verreden tijd en gerealiseerde snelheid werden netjes door de wedstrijdorganisatie geregistreerd. Het monitoren van het gemiddelde wattage dank je aan het Garmin-schermpje waarnaar je de voorbije tijd meer dan drie uren mocht turen. De podiumplaats in je leeftijdsgroep is lekker meegenomen en bevestigt dat er nog andere buitenbeentjes op de fiets zijn. Deze vijftigplusser hangt met voldoening zijn TT-bike (even) aan de haak. Er is een sportleven voor wie vijf decennia op deze planeet vertoeft. En er is ook een niet-fietstijd in dat leven. Je koestert beide.

Share this post

Lees meer

Comments